Het Wereldse Leven in een Notendop

Het verhaal dat ik voordraag is heel bekend in de islamitische traditie en wereld. Het staat symbool voor ons wereldse leven en wordt vaak gebruikt om mensen te herinneren aan de kwetsbaarheid van ons leven, maar ook de vergankelijkheid van ons bestaan en hoe wij toch ondanks deze staat van zijn ons leven leven hoe we het leven. Persoonlijk inspireert en raakt het mij enorm, en met mij nog vele geloofsgenoten. Daarnaast denk ik dat deze analogie niet alleen voor moslims van toepassing is, maar een verhaal is dat ieder mens tot bezinning en bewustzijn kan brengen. Ons leven in een notendop.

Het verhaal wordt toegeschreven aan de grote islamitische filosoof al-Ghazali, maar het is in de moslimgemeenschappen vooral verspreid geraakt van mond tot mond.

Tarek Khater

Master student Transport & Supply Chain Management

en Spiritual Care (track: Islam), Vrije Universiteit

Foto: Michiel van Nieuwkerk

Groot islamitisch filosoof en tevens gerenommeerde Imam en islamitisch rechtsgeleerde genaamd Abu Hamid al-Ghazali schetste het volgende korte doch krachtige verhaal waarin hij het wereldse leven analogiseert:

Beeld je in: een man is op de vlucht voor een leeuw. Op een gegeven moment nadert hij een ravijn in de verte, waardoor hij geen kant meer op kan. Tot zijn grote vreugde ziet hij een touw hangen over het ravijn. Eenmaal bij het ravijn springt hij en grijpt het touw stevig vast. Hij wil snel naar beneden klimmen, maar tot zijn verschrikking ziet hij onder zich een wilde rivier stromen met daarin een grote slang die hem hongerig ligt op te wachten.

De man raakt in paniek en weet niet meer waar hij heen kan vluchten. Plotseling ziet hij twee muizen bovenaan het touw, bij de rand van het ravijn. Een zwarte en een witte. Ze beginnen te knagen aan het touw waar hij aan hangt. De man zit vast. Hij kan geen kant meer op. Boven hem een leeuw, onder hem een slang en de muizen knagen aan het touw.

Terwijl hij in deze hectische situatie aan het touw hangt, merkt hij op dat er naast hem een bijenkorf hangt, gevuld met heerlijke zoete honing. De man kan de verleiding niet weerstaan en steekt zijn hand in de bijenkorf om te kunnen genieten van de honing.

Daar hangt hij dan. Genietend van de overheerlijke honing, verkeert hij in een staat van extase waarin hij even zijn situatie vergeet, die zal resulteren in zijn ondergang…

Islamitische filosofie

Abu Hamid al-Ghazali

vertaling door Tarek Khater

De oorsprong van deze gedachteoefening is niet exact te traceren. Bovenstaande passage is een originele vertaling, behaald door het combineren van meerdere (online) bronnen.

Previous
Previous

Een Slachtoffer van de Reclame

Next
Next

De Vijfde Droom